Sterkere positie schrijvers en vertalers in collectieve onderhandelingen

Nieuwe wet- en regelgeving toegelicht
7 juni 2023

Door Marcel Hooft van Huysduynen

Door nieuwe wet- en regelgeving mogen schrijvers en vertalers eindelijk collectieve afspraken maken over zowel auteursrechtelijke als niet-auteursrechtelijke vergoedingen. ‘Een doorbraak,’ zegt Auteursbondjurist Annemarie van Toorn. In dit artikel lichten we de belangrijkste punten toe.

Schrijvers en vertalers zijn jarenlang beknot in hun mogelijkheden om gezamenlijk op te trekken bij het bedingen van betere voorwaarden bij hun uitgevers en opdrachtgevers. Op de golf van  blind marktdenken in de Nederlandse en Europese politiek verbood concurrentiewaakhond Autoriteit Consument & Markt (ACM) lange tijd bijna elk collectief optreden.

De Auteursbond mocht de afgelopen jaren nog wel collectieve afspraken maken met uitgevers en opdrachtgevers over bepaalde auteursrechtelijke aanspraken in modelcontacten, bijvoorbeeld voor het schrijven en vertalen van literaire werken en theaterteksten. Daarin staan afspraken over bijvoorbeeld minimumpercentages voor de hoogte van de royalties of een minimum vertaaltarief. De ACM beschouwde ook dit collectieve optreden als een inbreuk op de mededingingswet, maar gedoogde het.

Voor alle andere met name niet-auteursrechtelijke inkomsten waren schrijvers en vertalers veroordeeld om in hun eentje op te boksen tegen marktpartijen die zelf wel werden toegestaan om aan een ongekende schaalvergroting te doen: grote, soms ook internationale uitgevers, journalistieke bedrijven en audiovisuele organisaties. Zo zette de ACM in 2006 een streep door de collectieve afspraak tussen de Nederlandse omroepen en het Netwerk Scenarioschrijvers over minimumtarieven voor de honoraria voor het schrijven van scenario’s voor televisie.

Maar in de politiek is gelukkig het besef doorgedrongen dat deze situatie ongelijk, oneerlijk en onacceptabel is. Niet alleen de Europese Commissie, en de Autoriteit Consument & Markt maar ook de ministeries van Justitie en van Onderwijs Cultuur en Wetenschap hebben stappen gezet om de onderhandelingspositie van zelfstandige makers substantieel te versterken.

Ruimte voor collectieve afspraken

Een doorbraak, zo omschrijft Annemarie van Toorn, jurist bij de Auteursbond, de ontwikkelingen in wet- en regelgeving. ‘Beroepsorganisaties zoals de Auteursbond hebben eindelijk gekregen waar ze jarenlang om hebben gevraagd: ruimte om collectieve afspraken te maken met opdrachtgevers en verenigingen van opdrachtgevers over zowel auteursrechtelijke als niet-auteursrechtelijke vergoedingen.’

De Europese Commissie publiceerde in september vorig jaar een nieuwe richtsnoer waarin zzp’ers meer mogelijkheden krijgen om collectief te onderhandelen over betere arbeidsvoorwaarden zonder de mededingingsregels van de EU te schenden. De commissie heeft daarin onder andere gezegd niet handhavend te zullen optreden tegen collectieve afspraken van zzp’ers die zich in een zwakke onderhandelingspositie bevinden. Vervolgens zette de Nederlandse concurrentiewaakhond ACM in februari van dit jaar de deuren ook open, in een nieuwe versie van de leidraad Tariefafspraken zzp’ers .

‘Zelfstandige schrijvers en vertalers mogen van zowel de Europese Commissie als de ACM gezamenlijk onderhandelen over beloning en arbeidsvoorwaarden zonder dat het wordt beschouwd als een overtreding van de concurrentieregels,’ zegt Van Toorn.

De ACM omschrijft de ruimte voor tariefafspraken voor zzp’ers in een toelichting als volgt:

Maakt u samen met andere zzp’ers afspraken met een grote opdrachtgever die minimaal 10 werknemers heeft of een jaaromzet van meer dan 2 miljoen euro? Of met opdrachtgevers die praten namens een hele sector of bedrijfstak? Dan krijgt u geen boete voor afspraken die u samen maakt met die opdrachtgever(s) over arbeidsvoorwaarden, waaronder tarieven.

Herziening wet Auteurscontractenrecht

De tweede ontwikkeling in wet- en regelgeving die de collectieve onderhandelingspositie van schrijvers en vertalers versterkt, is de herziening van de wet Auteurscontractenrecht. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming en staatssecretaris Uslu van Cultuur maakten eind april van dit jaar de uitkomst bekend: de positie van makers (zoals bijvoorbeeld schrijvers) in de wet bij onderhandelingen over auteursrechtelijke aanspraken wordt versterkt.

Bij de invoering van deze wet in 2015 hadden creatieve makers weliswaar het recht op een billijke vergoeding gekregen, maar ze mochten nog geen bindende collectieve afspraak maken over de hoogte ervan. De hoogte moest via een ingewikkelde procedure na afronding van onderhandelingen door marktpartijen formeel door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden vastgesteld. Nu zowel de Europese Commissie als de ACM het signaal hebben afgegeven dat creatieve makers wel collectieve afspraken mogen maken met exploitanten, omdat ze een zwakkere contractuele positie hebben, is er geen aanleiding meer om de formele positie van de minister in de wet te handhaven.

De precieze tekst van de wetswijziging is nog niet openbaar gemaakt, omdat het wetsvoorstel eerst naar de Raad van State is gestuurd voor advies, en pas daarna aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Maar duidelijk is dat beroepsorganisaties zoals de Auteursbond een wettelijk verankerde onderhandelingspositie krijgen. Van Toorn: ‘De vernieuwde wet zal bijvoorbeeld voorschrijven dat de uitkomst van collectieve onderhandelingen tussen brancheverenigingen van producenten enerzijds en beroepsorganisaties van makers anderzijds vermoed wordt billijk te zijn.’

De nieuwe onderhandelingsruimte kan onder meer leiden tot ‘een versnelling’ van verschillende collectieve onderhandelingstrajecten over niet-auteursrechtelijke vergoedingen die recentelijk in gang zijn gezet, denkt Van Toorn. Het gaat om onderhandelingstrajecten (genaamd ketentafels) die worden gevoerd bij het Platform Arbeidsmarkt Creatieve Culturele Toekomst (Platform ACCT). Deze organisatie is gesteund met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap opgezet als overlegstructuur waar creatieve makers en opdrachtgevers tot afspraken over eerlijke arbeidsvoorwaarden komen.

Werkhonorarium

‘Tot nu toe leek het erop dat aan deze ketentafels vooral collectieve afspraken zouden kunnen worden gemaakt over de vergoedingen voor zzp’ers die hetzelfde werk doen als werknemers in loondienst, de zogenaamde zij-aan-zij werkers,’ legt Van Toorn uit. ‘Maar nu staat vast dat we ook collectieve afspraken kunnen maken over een werkhonorarium, niet zijnde exploitatievergoedingen.’

De Auteursbond neemt deel aan drie Ketentafels: de ketentafel Film/AV Productie , waar het de bedoeling is om tot minimumvoorwaarden te komen voor onder andere het honorarium voor zelfstandige scenarioschrijvers, de ketentafel Literaire festivals en manifestaties, waar onder andere wordt gewerkt aan een minimumtarief voor optredens van schrijvers en vertalers, en de ketentafel Kunstprofessionals in Cultuureducatie en Amateurkunst. Het is de bedoeling dat deze ketentafels eind dit jaar tot resultaten komen.

Er is helaas ook reden om het optimisme te temperen, zegt Van Toorn. In de nieuwe wet- en regelgeving ontbreekt een stok achter de deur. De dringende wens van de Auteursbond en andere makersorganisaties om opdrachtgevers/exploitanten te verplichten tot het aangaan van collectieve afspraken, is niet gehonoreerd. En hoewel de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Cultuur de indruk wekken het heel belangrijk te vinden dat er collectieve afspraken komen, is het de vraag hoe zwaar opdrachtgevers/exploitanten die politieke wens uiteindelijk laten wegen.

‘Onze onderhandelingspartners zijn vaak grote, soms ook internationale organisaties, die lang niet altijd bereid zijn om tot afspraken te komen,’ aldus Van Toorn. ‘En als er afspraken bestaan, zijn ze lang niet altijd bereid om die uit te voeren. Ze laten het dan liever aankomen op juridische procedures, die vaak lang kunnen worden gerekt. Wat dat betreft zijn we door schade en schande wijs geworden.’