De auteur en arbeidsongeschiktheid

Arbeidsongeschiktheid, is dat een risico als je leeft van de pen? Zeker, want een burn-out, gecompliceerde botbreuk of langdurige ziekte kan iedereen overkomen. Zelfstandigen kunnen bij in grote problemen raken als hun inkomen onverwachts fors daalt. Verzekeren tegen dat risico lijkt logisch, maar het merendeel van de Nederlandse zelfstandigen heeft zo’n verzekering niet. Voor schrijvers geldt hetzelfde.

Verzekeringen tegen arbeidsongeschiktheid zijn duur, dat is een belangrijke reden om er vanaf te zien. Er zijn ook andere mogelijkheden om een vangnet te spannen. In dit stuk volgen eerst enkele beknopte adviezen over de keuzes en varianten, daarna de uitgebreide uitleg.

Beknopte adviezen

Advies 1: Neem een paar minuten om na te gaan wat er gebeurt als je veel pech hebt en niet meer je vak kunt uitoefenen, of helemaal niet meer kunt werken:

  • Hoeveel anderen zijn afhankelijk van je inkomen als auteur?
  • Is er een koophuis in het geding met de bijbehorende woonlasten?
  • Denk je ook in de maatschappij te kunnen functioneren als er geen inkomen meer uit schrijven is, zodat je aangewezen bent op een baan met minimuminkomen of een bijstandsuitkering?

Wanneer je deze risico’s niet kunt dragen, zorg dan nu voor een vangnet. De Auteursbond adviseert in elk geval dekking te organiseren voor de eerste twee jaar ziekte.

Advies 2: Als je welkom bent bij een bestaand broodfonds, en als je de deelnemers vertrouwt, sluit je dan daarbij aan.

Advies 3: Als je geen broodfonds kent en ook niet van plan bent er zelf een op te richten, sluit je dan aan bij een netwerkfonds.

Advies 4: Aangezien de dekking van broodfondsen en netwerkfondsen veelal beperkt is tot twee jaar, kan het verstandig zijn om voor de periode daarna ook iets te organiseren: een (goedkopere) arbeidsongeschiktheidsverzekering met een wachttijd van twee jaar.

Advies 5: Gebruik de stimuleringsregeling Oog voor Impuls zolang dat nog kan, want daarmee haal je tot 720 euro gratis geld van de overheid binnen.

Uitgebreide uitleg

1. Een vangnet, waarom?

Zelfstandigen zijn zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van arbeidsongeschiktheid, in tegenstelling tot werknemers in loondienst voor wie afdoende wettelijke mogelijkheden bestaan. Zelfstandigen kunnen helemaal afzien van een verzekering of zelf een regeling treffen. In de politiek wordt geregeld gepleit voor een verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zzp’ers. Een praktisch voorstel ligt er niet en dat valt ook niet snel te verwachten. De Auteursbond biedt geen eigen verzekering aan en organiseert zelf ook geen broodfonds.

2. Wat betekent arbeidsongeschiktheid bij een auteur?

Arbeidsongeschiktheid houdt in dat een auteur als gevolg van een ziekte, handicap of ongeval niet meer (volledig) kan werken en daardoor geen of minder inkomen geniet. Dit kan tijdelijk zijn of permanent. Net als iedere aardbewoner lopen ook auteurs risico op ziekte. Arbeidsongeschiktheid kan zowel fysieke als psychische oorzaken hebben. Naast de algemene ingrijpende ziektes zoals kanker, herseninfarct en ongevallen zijn er beroepsrisico’s: burn-out en RSI-klachten aan pols, armen en schouders waardoor schrijven fysiek wordt bemoeilijkt. Verzekeringen, broodfondsen en andere oplossingen zijn alleen interessant als zulke beroepsgebonden klachten mede zijn gedekt.

3. Verzekeren of niet?

Zelfstandigen met een laag inkomen, zoals de meeste auteurs, zijn geneigd om te besparen op alle mogelijke kosten. Investeren in een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid is voor velen een brug te ver, blijkt uit CBS-cijfers over de economische positie van zzp’ers.

Als een onverzekerde zzp’er toch arbeidsongeschikt raakt, zijn er twee vangnetten denkbaar: het inkomen van een eventuele partner of de algemene bijstandswet.

Het inkomen van de partner is afdoende wanneer het met aangepaste huishoudelijke uitgaven mogelijk blijft om de vaste lasten op te brengen.

Bij een beroep op de bijstand en aanverwante sociale wetgeving beoordeelt de overheid of de betrokkene in staat is arbeid te verrichten, waarvoor elk beroep in aanmerking komt.

Het verschil tussen bijstandsniveau en het gemiddelde inkomen in de creatieve sector is niet hoog. Ingrijpender is de plicht om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt en onderworpen te worden aan de aanmoediging en controle vanuit de overheidsdiensten om betaalde arbeid te verwerven.

Wanneer het zzp-huishouden beschikt over een eigen woning, kan arbeidsongeschiktheid het noodzakelijk maken deze te verkopen omdat de woonlasten niet meer op te brengen zijn, of omdat de bijstandswet dwingt de overwaarde in het huis ‘op te eten’.

Of een vangnet bij arbeidsongeschiktheid noodzakelijk is, hangt daarmee af van drie kernpunten:

  • Hoeveel anderen zijn afhankelijk van het zzp-inkomen?
  • Is er een koophuis in het geding met de bijbehorende woonlasten?
  • Denkt de zzp’er ook in de maatschappij te kunnen functioneren op een baan met minimuminkomen of een bijstandsuitkering?

4. Welke vangnetten zijn er mogelijk?

a: Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Dit is een vrijwillige verzekering. De premie is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De verzekeraar mag een keuring vooraf verlangen en is gerechtigd risico’s uit te sluiten. Heb je bijvoorbeeld in het verleden psychische klachten gehad, dan kan dekking voor dat onderdeel worden geweigerd, of worden voorzien van een hogere premie. De hoogte van de premie varieert naar leeftijd, dekking, wachttijd en risicogroep. Reken op zeker 125 en mogelijk 300 euro of nog meer per maand. Let ook op welke arbeid je volgens de voorwaarden geacht wordt te accepteren als je niet meer je oorspronkelijke beroep kunt uitoefenen. Deze verzekeringscontracten hebben meestal een looptijd van minimaal 5 jaar.

In het geval van ziekte, geldt een wachttijd van zeker 30 en vaak 90 dagen voordat de uitkering begint. Deze bedraagt een percentage van het gerealiseerde inkomen (op basis van bewijsstukken, bijvoorbeeld belastingaangifte). De verzekeraar kan ‘bewijs’ van de ziekte verlangen en een arbo-organisatie inschakelen om de zieke zo snel mogelijk weer aan het werk te helpen, ook in een ander vak. Lukt dat niet, dan biedt een volwaardige AOV ook dekking aan bij permanente arbeidsongeschiktheid.

Een passende AOV is maatwerk, waarbij een adviseur goede diensten kan verlenen.

b: Sparen. Wie in staat is tweemaal het jaarinkomen opzij te zetten voor magere tijden en dit bedrag echt apart te houden, heeft een prettige buffer bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid.

c. Broodfonds. Dit is een afspraak tussen twintig tot vijftig individuen die elkaars risico dekken, waarbij broodfonds.nl de beschermde naam beheert en de basisregels voorschrijft. Er nemen in Nederland meer dan 29.000 mensen deel aan ruim 600 groepen in 200 plaatsen (voorjaar 2023). De deelnemers sparen elke maand, met meerdere opties voor inleg en dekking. Als iemand in de problemen komt, schenken de andere deelnemers een deel van het gespaarde bedrag als inkomen. Zo’n uitkering duurt maximaal twee jaar, wat volgens experts vrijwel altijd lang genoeg is om te herstellen of een carrièreswitch te maken. Een broodfonds is een vereniging met een bestuur en minimaal een ledenbijeenkomst per jaar. De deelnemers beslissen over uitkering, er is geen controle door artsen of andere experts. Je kunt met een groep een fonds oprichten of op uitnodiging lid worden van een bestaand fonds. De ondersteuningsorganisatie Broodfondsmakers eist dat deelnemers minimaal 750 euro nettowinst per maand uit hun onderneming hebben. De maandelijkse inleg is een vorm van sparen en daardoor niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Als je een broodfonds verlaat, neem je het saldo op je persoonlijke rekening mee.

d. Netwerkfonds. Een soort broodfonds met veel meer deelnemers, waardoor toekenning van uitkeringen afstandelijker werkt en de lasten over meer personen worden verdeeld. In februari 2023 waren er drie spelers op dit terrein: CommonEasy en SharePeople draaien al wat langer mee, AOV Fonds Kunst en Cultuur is een relatieve nieuwkomer voor de creatieve sector.

AOV Fonds Kunst en Cultuur: actief sinds 2020, 1000 leden. Deelnemers storten een maandelijkse bijdrage op een aan hen toegewezen deel van een collectieve spaarrekening. De hoogte van de bijdrage hangt af van de gewenste dekking en is zo bepaald dat er altijd een spaaroverschot ontstaat. Bij ziekte beoordeelt een arbodienst de melding. De uitkering van 1000 tot 4000 euro per maand komt tot stand door schenkingen uit de collectieve spaarpotten. Indien het spaarsaldo hoger ligt dan twaalf keer de inleg, wordt het meerdere teruggestort.

CommonEasy: actief sinds 2016, ruim 1700 leden van wie er ruim 600 dekking hebben voor arbeidsongeschiktheid (CE kent ook mogelijkheden voor andere gevallen van pech). De deelnemers storten hun inleg op een collectieve rekening. Het bedrag kies je naar eigen voorkeur en draagkracht, de dekking is daarop naar verhouding gebaseerd. Iedere deelnemer heeft een eerste cirkel van vrienden/bekenden, personen die je vertrouwt. De tweede cirkel wordt gevormd door hun bekenden en daar weer omheen ligt de derde cirkel. Bij ziekte (in CE-jargon ‘situatie’) dragen de eerste, tweede en derde cirkel bij in de dekking. De indiener van een situatie geeft aan wat er aan de hand is en welke uitkering wordt verlangd. Bij meningsverschil tussen de aanvrager en de andere deelnemers wordt een onafhankelijke expert ingeschakeld. Gespaard geld blijft van de deelnemer. Indien het spaarsaldo hoger ligt dan de buffer, is het meerdere tussentijds vrij opneembaar.

SharePeople: actief sinds 2017, in februari 2023 ruim 11.000 leden. De deelnemers melden zich individueel aan met een eigen Nederlandse bankrekening. Ze verplichten zich elke maand donaties te doen voor de zieken in het netwerk. Er bestaan diverse varianten (1000 tot 3000 euro netto per maand bij ziekte tot twee jaar). Een uitkering van maximaal 2000 euro per maand is ook mogelijk tot aan de AOW-leeftijd, waarmee Sharepeople in feite een AOV aanbiedt. Er zijn enkele uitzonderingen in de dekking: geen uitkering bij stressgerelateerde klachten binnen het eerste jaar na aanmelding, geen uitkering bij alcohol- of drugsverslaving, maximaal twee jaar uitkering bij stressgerelateerde klachten. Bij ziekte doneren de andere deelnemers via het platform. De ziekmeldingen verlopen via een eigen arbodienstverlener die begeleiding bij ziekte en herstel belooft. Er is een samenwerking met BrightPensioen voor wie ook een voorziening voor de oudedag wenst.

5. Welk vangnet te kiezen?

Een AOV bij een commerciële verzekeraar is voor zelfstandigen met een laag inkomen in het algemeen te duur om de kosten te verantwoorden. Het fiscale voordeel van de aftrekbare premie treedt dan namelijk op in de eerste schijf voor de inkomstenbelasting, zodat ruim 60 procent voor eigen rekening is. De verplichtingen uit het contract lopen minimaal 5 jaar, zodat er voor die periode voldoende inkomen moet zijn om de premie te betalen. Net als bij elke verzekering ziet de verzekerde niets terug van de inleg zolang de schade niet optreedt.

Bij de spaarvarianten van een brood- of netwerkfonds ziet de deelnemer niet al het ingelegde geld verdwijnen. Wanneer de hoeveelheid ziektegevallen meevalt, treedt er een overschot op dat terugkomt bij de deelnemer. Netwerkfonds Sharepeople werkt helemaal zonder spaarverplichting.

Broodfondsen zijn het populairste alternatief voor een AOV, maar vereisen relatief veel betrokkenheid. Het minimumaantal deelnemers voor het oprichten van een broodfonds bereiken is niet eenvoudig in een beroep dat nogal individueel van aard is, zoals bij de leden van de Auteursbond. Wanneer een schrijver kan aansluiten bij een bestaand broodfonds, kan dat een aantrekkelijke optie zijn.

Netwerkfondsen zijn gemakkelijker om in te stappen dan broodfondsen.

SharePeople heeft de meeste vrijheid-blijheid. Er is geen spaarpot, alleen de plicht om maandelijks te doneren aan zieke andere deelnemers. Omdat de deelnemers elkaar niet kennen, bewaakt de organisatie de donaties. Wie niet stort, verliest het recht op uitkering in de toekomst. Het algoritme bepaalt hoe de inleggelden verdeeld worden over de claims.

CommonEasy gaat ervan uit dat deelnemers elkaar in meer of mindere mate kennen. Claims krijgen een eerste globale beoordeling op het kantoor en worden dan ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van het netwerk van degene die ziek is.

Deelnemers met minder dan vijf connecties krijgen bij ziekmelding een externe beoordeling.

CommonEasy heeft een partnerschap met het zzp-collectief De Coöperatie, dat ook een samenwerkingspartner is van de Auteursbondsectie Journalistiek/Non-fictie.

AOV Fonds Kunst en Cultuur is er specifiek voor de culturele sector.

Alle fondsen rekenen een maandelijkse bijdrage in de organisatiekosten. De meeste rekenen tevens een startbijdrage bij inschrijving.

Een beknopt overzicht van relevante cijfermatige gegevens.

 Minimale inleg+kosten per maandMaximale inleg+kosten per maandStart-bijdrageWachttijdUitkering per maandLengte uitkeringFlexibiliteit
AOV traditioneel125Onbeperkt1 maand tot 2 jaar70-80% inkomenTot pensioenMaatwerk
AOVFonds Kunstcultuur601951502 maanden1000-4000Maximaal 2 jaarSpaaroverschot wordt teruggestort
Broodfonds33,73+12,50112,50+12,502251 maand750 tot 2500Maximaal 2 jaarSpaaroverschot vrij opneembaar
CommonEasy20+15200+151 maand400-4000Maximaal 2 jaarSpaaroverschot vrij opneembaar
SharePeople kort23+1269+121512 maanden1000-3000Maximaal 2 jaarEigen bankrekening
SharePeople lang28+1879+181512 maanden1000-2000Tot AOW-leeftijdEigen bankrekening

                               (Alle bedragen inclusief btw)

6. En nu?

Als je een vangnet tegen arbeidsongeschiktheid nodig hebt, zorg er dan snel voor. Vraag in je omgeving of er gelegenheid is om aan te sluiten bij een broodfonds.

Is dat er niet of wil je dat niet, kies dan voor een netwerkfonds: CommonEasy, AOV Fonds Kunst en Cultuur of SharePeople.

Verwacht je dekking tot de AOW-leeftijd nodig te hebben, neem dan een adviseur in de hand en laat die in elk geval kijken naar een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een wachttijd van twee jaar in combinatie met een fonds, waarbij Sharepeople lang een van de mogelijkheden is.

Heb je je dekking geregeld voor juni 2023? Vraag dan de stimuleringsbijdrage van de overheid aan bij Oog voor Impuls.