Komt er een minimumtarief voor optredens van schrijvers en vertalers?

Bodem in markt om onderbetaling uit te bannen
1 oktober 2023

De Auteursbond onderhandelt met organisatoren van literaire festivals en manifestaties over een minimumtarief voor optredens van schrijvers en vertalers. De onderhandelingen zijn nog niet afgerond. In dit artikel praten we je bij over de stand van zaken.

Door Marcel Hooft van Huysduynen

Schrijvers en vertalers treden graag op. Het is leuk om lezers te ontmoeten, je kunt je werk onder de aandacht brengen, en als het goed is levert het een redelijke vergoeding op. In de praktijk blijkt echter dat de aangeboden vergoeding nogal kan tegenvallen en niet altijd in een redelijke verhouding staat tot de tijd en het vakmanschap die het optreden vraagt. Het komt geregeld voor dat schrijvers en vertalers gevraagd worden om gratis op te treden.

In een enquête van de Auteursbond eerder dit jaar zegt een meerderheid van de ondervraagde schrijvers en vertalers over het algemeen best tevreden te zijn over de vergoedingen die ze voor optredens krijgen aangeboden, maar een flinke minderheid is dat niet. Stevig onderhandelen of een opdracht weigeren, is echter voor lang niet voor iedereen een optie. ‘In principe ben ik niet blij als ik niets verdien, maar aan de andere kant: beter een optreden om je boek aandacht te geven, dan helemaal niets,’ zegt een respondent.

Bij een van de collectieve onderhandelingstrajecten over tarieven en arbeidsvoorwaarden voor creatieve makers in de culturele sector waaraan de Auteursbond deelneemt, is een voorstel in de maak dat schrijvers en vertalers tegen deze vorm van onderbetaling beoogt te beschermen. Het gaat om de invoering van een minimumtarief voor optredens van schrijvers en vertalers op literaire festivals en manifestaties. Het maakt deel uit van een breder voorstel om de voorwaarden voor werkenden en creatieve makers bij literaire festivals en organisaties te verbeteren.

1. Om welk onderhandelingstraject gaat het?

Het onderhandelingstraject is er één in een reeks die is opgezet door het Platform Arbeidsmarkt Creatieve Culturele Toekomst. Platform ACCT is met geld van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in het leven geroepen om de verbetering van de inkomenspositie waar creatieve makers al jaren om vragen, nu eindelijk tot stand te brengen.

Platform ACCT moet sociale partners (werkenden/zzp’ers en werkgevers/opdrachtgevers) bij elkaar brengen en bevorderen dat ze ook daadwerkelijk collectieve afspraken over betere voorwaarden maken. In juni van dit jaar besloot het kabinet om vanaf 2025 ruim 34 miljoen euro per jaar beschikbaar te stellen zodat culturele instellingen ook in staat zijn om creatieve makers beter te betalen. Er lopen in totaal 18 onderhandelingstrajecten, genaamd ketentafels, die verschillende delen van de culturele sector bestrijken.

2. Aan welke ketentafels doet de Auteursbond mee?

De Auteursbond neemt deel aan drie van deze ketentafels. Aan de ketentafel Film/AV Productie praten producenten en de publieke omroep met vakbonden en vertegenwoordigers van film- en tv-makers, waarbij de Auteursbond scenarioschrijvers vertegenwoordigt. Aan de ketentafel Kunstprofessionals in Cultuureducatie en Amateurkunst zitten vertegenwoordigers van kunsteducatie-, welzijns- en kinderopvanginstellingen aan tafel met vertegenwoordigers van zelfstandig werkende dansers, musici en schrijvers die les geven. Aan de ketentafel Literaire Festivals en Manifestaties overleggen literaire festivalorganisaties, zoals Vlam21 (de koepel van literaire festivals die meerjarig worden gefinancierd door het Letterenfonds), met de Kunstenbond, de FNV en de Auteursbond.

De collectieve afspraken die de Auteursbond aan deze ketentafels namens schrijvers en vertalers zou kunnen maken, gaan over zogenoemde niet-auteursrechtelijke vergoedingen, zoals bijvoorbeeld vergoedingen voor optredens. De vergoedingen voor exploitatie van het auteursrecht, zoals royalty’s, en de collectieve afspraken met uitgevers hierover, worden niet in de onderhandelingen betrokken. De uitgevers met wie de Auteursbond modelcontracten overeenkomt (met onder andere een minimumtarief voor de hoogte van royaltypercentages) praten niet mee aan de ketentafels van Platform ACCT.  

3. Hoe ziet het minimumtarief eruit?

Het voorstel dat aan de ketentafel Literaire Festival en Manifestaties in de maak is voor een minimumtarief voor optredens van schrijvers en vertalers op literaire festivals en manifestaties, bestaat uit een rekenmodel dat uitgaat van een starttarief van € 250 voor een optreden. In het starttarief zit de vergoeding voor een uur voorbereidingstijd, twee uur reistijd, en een uur optreden, tegen een uurtarief van € 62,50. Als je extra uren maakt in de voorbereiding, de reis of het optreden kun je die tegen een uurtarief van € 42,50 bij het startarief optellen.

Dit bedrag kun je vervolgens met een wegingsfactor vermenigvuldigen, om de grootte van het publiek in de zaal ook te betrekken bij het bepalen van de vergoeding. Bij een publiek van 100 tot 400 mensen, kan een wegingsfactor van 1,25 worden toegepast. Als er meer dan 400 mensen in de zaal zitten, geldt een wegingsfactor van 1,5. Om de berekening zo gemakkelijk mogelijk te maken, zal het rekenmodel tot een digitale tool worden omgebouwd, die voor iedereen beschikbaar zal zijn.

In het rekenmodel worden ook drie wegingsfactoren benoemd die vrij onderhandelbaar blijven. Het gaat om overige extra kosten (naast voorbereidingstijd en reistijd), de status of reputatie van de optredende auteur (en eventueel ook van de organisatie), en de moeilijkheidsgraad van het optreden.

4. Wat vindt de Auteursbond van het minimumtarief?

De Auteursbond vindt de instelling van een minimumtarief in beginsel een goed idee, zegt Annemarie van Toorn, de jurist van de Auteursbond die de onderhandelingen voert. Maar het voorstel dat nu op tafel ligt, heeft haken en ogen.

In de eerste plaats vraagt de Auteursbond zich af of het starttarief van € 250 voldoende is. Schrijvers en vertalers die via de Schrijverscentrale optreden op een school, een bibliotheek of een literair festival kunnen uitgaan van een startarief van € 285. De Schrijverscentrale is een bemiddelingsbureau dat jaarlijks meer dan 5.000 bezoeken van schrijvers arrangeert. ‘Het kan niet de bedoeling zijn van een minimumtarief dat een deel van onze achterban erop achteruit gaat,’ zegt Van Toorn.

5. Wat ontbreekt er volgens de Auteursbond in het rekenmodel?

De Auteursbond betreurt het ook dat er geen wegingsfactor is opgenomen voor de aard en omvang van de opdracht gevende organisatie. ‘Het maakt verschil of het een kleine of grote organisatie is, en of de organisatie wel of niet meerjarig door de overheid wordt gesubsidieerd,’ zegt Van Toorn. ‘Grotere organisaties met een structurele subsidie kunnen een hoger tarief betalen en het is redelijk als ze dat doen.’ Van Toorn wijst er op dat het Letterenfonds en Stichting Lira Fonds, twee grote subsidieverstrekkers, de aard en omvang van de organisatie wel als wegingsfactor beschouwen. ‘Het is van belang dat er samenhang is tussen het mogelijke minimumtarief en de subsidiering door deze fondsen.’

De Auteursbond had verder graag gezien dat er meer vertegenwoordigers van opdracht gevende organisaties aan de ketentafel hadden deelgenomen. Van Toorn: ‘We missen belangrijke schakels in de keten, zoals bibliotheken.’

6. Hoe gaat het verder?

Het voorstel met rekenmodel, genaamd ‘Richtlijn starttarieven voor optredende auteurs’, is nog niet definitief. Het wordt op dit moment geëvalueerd door een zogenoemd ervaringspanel waar de Auteursbond ook twee schrijvers voor heeft aangemeld.

Het is de bedoeling dat de partijen aan de ketentafel Literaire Festivals en Manifestaties dit jaar tot overeenstemming komen. Maar hoewel de onderhandelingen in een constructieve sfeer verlopen, is het op dit moment nog niet duidelijk wanneer een definitief voorstel aan de achterbannen van de onderhandelende organisaties kan worden voorgelegd. De Auteursbond zal haar leden hierover blijven informeren.