Opkomst Chatbots vraagt om waakzaamheid over auteursrechten
Is je auteursrecht beschermd als chatbots zoals ChatGPT jouw werk gebruiken? Mogelijk niet. En bij wie rust het auteursrecht als je een tekst door een chatbot laat produceren? Dat verschilt per situatie. Op maandag 27 maart organiseert de Auteursbond een workshop over AI en auteursrecht.
Gaston Fransen, hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, deed onlangs een experiment. Hij vroeg de chatbot ChatGPT om een gedicht te schrijven in de stijl van Lucebert. Het resultaat was teleurstellend, schrijft Fransen in Neerlandistiek, tijdschrift voor taal- en letterkunde.
“Met enige fantasie herken je in de tweede strofe wel wat Lucebert”, aldus Fransen. “Maar verder is de tekst veel te prozaïsch, breedsprakig en parafraserend van karakter. Je mist mysterieuze beeldenclusters, onregelmatige versbouw, meerduidige formuleringen, de afwezigheid van interpunctie of hoofdletters, kortom: de algehele duisterheid – zowel talig als in termen van sfeer – van de échte Lucebert. Fundamenteler nog: deze tekst is zélf eigenlijk geen gedicht, maar een parafraserend meta-gedicht.”
Razendsnelle vooruitgang
Vormt de ontwikkeling van chatbots (kunstmatig intelligente software die teksten kan genereren op basis van vragen of opdrachten die door mensen worden ingevoerd) een bedreiging voor de beroepspraktijk voor schrijvers en vertalers? Die discussie is opgelaaid sinds softwaregigant Microsoft eind vorig jaar zijn nieuwste chatbot genaamd ChatGPT lanceerde. De teksten die dit nieuwe praatprogramma uitspuugt, worden steeds geloofwaardiger. Door de razendsnelle vooruitgang –op 14 maart is alweer ChatGPT 4 gelanceerd- van machinaal lerende modellen kan de chatbot steeds beter voorspellen wat in een bepaalde context de volgende woorden of zinnen zullen zijn.
Hoogleraar Fransen wilde met zijn exercitie inzicht krijgen in de kwaliteit van de poëzie die chatbots produceren. Dichten ze net zo goed of misschien wel beter dan mensen? Het antwoord lijkt op dit moment: nee. Maar dat is niet de enige zorg die schrijvers en vertalers hebben over het gebruik van chatbots. Inmiddels is ook gebleken dat het gebruik van chatbots veel vragen oproept over de auteursrechtelijke bescherming van hun werk.
In de eerste plaats is er de vraag hoe het zit met de auteursrechten op het door ChatGPT gebruikte materiaal, in het geval van de exercitie van Fransen, bijvoorbeeld het werk van Lucebert, zegt Marloes van Rossum, jurist bij de Auteursbond: “De chatbot gebruikt materiaal waarop auteursrecht rust. Kan de auteursrechthebbende een vergoeding claimen of gebruik verbieden?”
Schendingen auteursrecht
Op dit moment wordt het auteursrecht door programma’s als ChatGPT mogelijk op grote schaal geschonden. De chatbot heeft jarenlang elk stukje informatie dat hij te pakken kon krijgen, auteursrechtelijk beschermd of niet, tot zich genomen, geregistreerd, geanalyseerd en het op zo’n manier gestructureerd dat de informatie eenvoudig op te roepen is als een gebruiker ernaar vraagt. Het bedrijf achter de chatbot, genaamd OpenAI (dat door Microsoft wordt gecontroleerd) heeft hiervoor voor zover bekend aan geen enkele auteursrechthebbende toestemming gevraagd, laat staan een vergoeding betaald. Microsoft verdiende vorig jaar een nettowinst van $ 72,7 miljard.
In de Verenigde Staten is dit mogelijke gebrek aan respect voor auteursrechten inmiddels door verschillende grote mediabedrijven publiekelijk aangekaart. Zo beklaagde de financiële krant The Wall Street Journal zich in februari van dit jaar erover dat OpenAI geen licentieovereenkomst met uitgever Dow Jones heeft gesloten. “Iedereen die het werk van Wall Street Journal-journalisten wil gebruiken om kunstmatige intelligentie te trainen, moet de rechten daartoe op de juiste manier in licentie nemen. Dow Jones heeft niet zo’n deal met OpenAI,” aldus de krant. Ook televisienieuwszender CNN heeft gezegd dat OpenAI geen vergoeding voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal betaalt.
Er lopen inmiddels verschillende rechtszaken tegen exploitanten van chatbots en bots die op vergelijkbare wijze kunstmatige afbeeldingen generen. Begin februari van dit jaar is Getty Images, een leverancier van beeldmateriaal, een rechtszaak begonnen tegen het Amerikaanse bedrijf Stability AI. Dit bedrijf exploiteert Stable Diffusion, een kunstmatig intelligente bot voor het maken van afbeeldingen op basis van tekstcommando’s. Getty Images verwijt het bedrijf “schaamteloze inbreuk op het intellectuele eigendom van Getty Images op een duizelingwekkende schaal.”
Nederlandse bronnen
Wie ChatGPT de vraag stelt welke Nederlandse bronnen door de chatbot worden gebruikt, krijgt als antwoord dat onder andere alle grote Nederlandse nieuwsmedia, van de NOS tot De Telegraaf, ook als bron worden gebruikt, maar ook “boeken en meer”. ChatGPT voegt eraan toe: “Het AI-taalmodel kan in principe alle beschikbare Nederlandse bronnen gebruiken om vragen te beantwoorden en informatie te verstrekken.”
Op de vraag of ChatGPT een vergoeding betaalt voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal van Nederlandse bronnen, geeft de chatbot een cryptisch antwoord, waar je alle kanten mee op kunt: “OpenAI, het bedrijf achter de ontwikkeling van ChatGPT, heeft aangegeven dat het zich houdt aan de wetten en regelgeving inzake intellectueel eigendom, inclusief auteursrecht, bij het gebruik van bronnen en materialen om zijn AI-systemen te trainen. Dit omvat het betalen van vergoedingen of het verkrijgen van toestemming voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal wanneer dat nodig is.”
Bij wie rust het auteursrecht?
Een tweede vraag die zich opwerpt bij het gebrek van een chatbot als ChatGPT is of er auteursrecht rust op de door de chatbot geproduceerde tekst en zo ja, bij wie, zegt Van Rossum van de Auteursbond. In het geval van de exercitie van Fransen is de vraag of er auteursrecht rust op de tekst, en of ChatGPT dan de auteursrechthebbende is, of diens eigenaar, of hoogleraar Fransen, als ChatGPT’s opdrachtgever. Dat is nog geen uitgemaakte zaak. Sommigen zullen beweren dat de AI slechts een hulpmiddel of instrument is dat door een menselijke auteur wordt gebruikt om het werk te maken, en dat niemand óf de menselijke auteur daarom moet worden beschouwd als de maker en eigenaar van het werk. Anderen stellen daar tegenover dat de AI zelf moet worden beschouwd als de maker en eigenaar van het werk, gezien zijn vermogen om originele inhoud te genereren zonder menselijke tussenkomst.
Hoe dit juridisch zit, vertelt Auteursbondjuriste Marloes van Rossum op 27 maart a.s. tijdens de workshop AI en auteursrecht. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk en de eerste (buitenlandse) rechtszaken, geeft Marloes antwoord op vragen als: ‘Wie heeft auteursrecht op AI-gegenereerde werken’ en ‘Wanneer is er sprake van auteursrechtinbreuken door AI-machines?’ Uiteraard is er ruim de gelegenheid voor al je vragen.