Bestsellervergoeding

Bestsellerbepaling
Op grond van art. 25d Auteurswet (‘bestsellerbepaling’) hebben makers recht op een aanvullende vergoeding, wanneer de reeds overeengekomen vergoeding een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de exploitatie-opbrengst. Dit kan het geval zijn als je als auteur een standaard of betrekkelijk lage vergoeding bent overeengekomen voor je werk, maar het vervolgens een onverwacht groot succes blijkt te zijn.

Soof
Vanwege het grote succes van de film Soof (bijna 8 miljoen aan kaartverkoop), spanden de regisseur en scenarioschrijver een zaak aan tegen de producenten van de film over een aanvullende royaltyvergoeding. Dat deden ze bij de Geschillencommissie Auteursrecht, die hen in het gelijk stelde.

Waar de producenten 50% ontvingen van (een deel van) de exploitatie-opbrengst, ontvingen regisseur en scenarioschrijver 7% resp. 5%. Volgens de Geschillencommissie is dat een ernstige onevenredigheid, nu vaststaat dat beide makers “een essentiële bijdrage hebben geleverd aan het succes van de film”.

Een geslaagd beroep op de bestsellerbepaling, dus. De commissie achtte een aanvulling van de royaltyvergoeding met 5% redelijk, waarmee de producenten gehouden waren deze te betalen aan regisseur en scenarioschrijver.

Betekenis uitspraak voor makers
Deze zaak ging over een film. Maar de bestsellerbepaling geldt voor elke maker, die een overeenkomst heeft gesloten om zijn/haar werk door een wederpartij te laten exploiteren. Dus ook schrijvers en vertalers van kinderboeken, schoolboeken, romans, essays en losse artikelen kunnen zich hierop beroepen.

Soof was de allereerste uitspraak van de Geschillencommissie. Tegen een achtergrond van makers die zeer terughoudend zijn om naar de commissie te stappen (dit kan niet anoniem, dus wat zijn de gevolgen voor je reputatie en je eigen praktijk?), en het leeuwendeel van de exploitanten dat niet bereid is zich bij de commissie aan te sluiten, is het belangrijk dat de commissie de makers met deze uitspraak een steun in de rug geeft.

Uiteraard is het niet zo dat vanaf nu elke maker standaard 10-12% royaltyvergoeding kan eisen, als sprake is van een bestseller. Elk werk is anders, elke bijdrage van de maker daaraan is anders, elk budget en elke exploitatie-opbrengst zijn anders, etc. Altijd dient een vergelijking gemaakt te worden tussen de opbrengst en de daar tegenoverstaande vergoeding aan de maker, en tussen de prestaties die maker en exploitant hebben verricht. Dat is maatwerk.