De werkplek van…Roos van Rijswijk

Foto's: Joy Hansson
31 maart 2025

Wie zijn onze leden? Waar werken ze aan? En vooral: wáár werken ze? Op welke plek ontstaan al die prachtige boeken, toneelstukken en filmscenario’s? In De Werkplek kijken we binnen bij schrijvers en nemen we plaats aan het bureau. Een rubriek over routine, rituelen en het waarom van schrijven.

Roos van Rijswijk (1985) is schrijver van romans en korte verhalen. Voor haar debuutroman Onheilig ontving ze de Anton Wachterprijs. De dwaler werd bekroond met het Charlotte Köhler Stipendium. Voor NRC recenseert Roos vertaalde fictie, aan de Schrijversvakschool geeft ze les in het schrijven van korte verhalen. Daarnaast is ze presentator, interviewer en moderator.

“Er komt echt een punt waarop het onontbeerlijk is om met een zekere afstand naar je eigen tekst te kijken. En soms ook naar jezelf”

Waar is je werkplek?

Soms werk ik in een gedeeld kantoor met andere schrijvers, en soms werk ik thuis. Dit is mijn werkplek thuis, in de woonkamer, aan de straatkant.

Wat maakt dit een fijne werkplek?

Ik vind het fijn om, als ik aan iets werk waar veel concentratie voor nodig is, alleen te zijn. Dus als ik thuis werk, heb ik de stilte en ruimte in mijn hoofd om na te denken over verhalen, fictie, nieuwe projecten. En ik kan af en toe schaamteloos op het tapijt gaan liggen, of op de bank gaan zitten typen, onder een elektrische deken. Het is hier best koud en vochtig, namelijk.

Waar kijk je op uit?

Op een straat in de Amsterdamse Baarsjes. Het is een rustige straat, maar omdat er wel veel mensen langslopen heb ik de ramen deels afgeplakt. Je kijkt als voorbijganger haast automatisch binnen en ik voelde me een beetje een aquariumvis, na een tijdje. Mijn ideale werkplek zou hoog zijn, en onzichtbaar. En eigenlijk ook geen woonkamer, maar een werkkamer. Maar goed, ik ben al lang blij dat ik iets om in te wonen heb, in deze tijden.

Wat mag op jouw werkplek niet ontbreken?

Warmte, want ik ben een vreselijke koukleum. En daglicht. Daarom zit ik ook bij het raam. Het is hier best donker, al kwam fotograaf Joy Hansson precies tijdens dat ene uurtje dat er veel licht in de kamer valt –

gereflecteerd door de ruiten van de overburen. Ooit heb ik een werkplek gehad waar het licht de ramen helemaal nooit bereikte en daar werd ik echt vreselijk treurig en lethargisch van.

En een goede bank of stoel. Ik lees veel voor mijn werk als interviewer en recensent en dat doe ik zelden achter een bureau.

“Het leukst vind ik als je verbeelding met je aan de haal gaat en de tekst ineens een wending neemt die ik ook niet aan zag komen”

Kun je iets vertellen over de voorwerpen die op de foto’s te zien zijn?

De steen heb ik een keer op het strand gevonden. Hij ligt heel lekker in de hand, ik hou hem vaak vast tijdens het lezen of als ik even over een passage moet nadenken. Een soort emotional support rock, is het geworden. Het notitieblok gebruik ik voor losse aantekeningen en soms, als ik vastzit in een tekst, ga ik een stuk met de hand schrijven om even een ander perspectief op mijn woorden te krijgen. De boekenkast is natuurlijk een monster; het is een dagtaak om hem in bedwang te houden, er komen hier zo veel boeken binnen! Ik ben best makkelijk in het wegdoen van boeken, ook. Vind het er erg gezellig uitzien, maar het moet wel een beetje leuk blijven. Wat wel fijn is van thuiswerken is dat ik altijd naast al die boeken zit, ik gebruik ze als naslagwerk, ter inspiratie, om naar te verwijzen. Het kunstwerk met de tekst erop is gemaakt door beeldend kunstenaar Ton Boelhouwer. Hij is de oom van mijn vriendin en gaf het haar in bruikleen.

Hoe ziet je schrijfroutine eruit?

Meestal schrijf ik op de laptop, dat gaat sneller. Soms schakel ik dus even over op een potlood. Ik zou het ontzettend heerlijk vinden om te kunnen zeggen dat ik iemand met een routine was, maar ben daar volledig ongeschikt voor gebleken. Omdat ik zo veel dingen door elkaar doe, heeft soms het ene meer haast dan het andere, en moet alles wijken voor die deadline, bijvoorbeeld. Ook ben ik helaas niet de categorie schrijver die ‘inspiratie kan afdwingen’. Ik kan wel elke dag om een vaste tijd gaan zitten om te schrijven, maar regelmatig komt het dan helemaal niet, en dan zit ik plichtmatig een uur lang naar een knipperende cursor te kijken of dingen te schrijven waarvan ik weet dat ze werkelijk nergens toe leiden. Eigenlijk ben ik een enorme nachtuil; als iedereen slaapt is het echt lekker schrijven. Maar dat vind ik ook erg ongezellig, omdat ik dan als iedereen wakker is moet gaan slapen.

Heb je bepaalde rituelen?

Eigenlijk niet. Ik heb het wel geprobeerd hoor. Elke keer hetzelfde nummer luisteren voor het schrijven, om een soort Pavlovreactie af te dwingen, bijvoorbeeld. Maar als ik iets langer dan een week elke dag op precies dezelfde manier doe, ga ik me vervelen. Wat ik als ik op mijn andere werkplek werk wel heel fijn vind, is er (tenzij het heel hard regent) lopend heengaan. Ik ben dan drie kwartier onderweg. Door de stad lopen verveelt nooit. Wel gebeurt het dan soms dat ik halverwege de wandeling enorm afgeleid word en mezelf uren later, met al m’n werk in m’n rugzak, terugvind in een heel ander deel van de stad.

“Helaas ben ik niet de categorie schrijver die ‘inspiratie kan afdwingen’”

Is schrijven je hoofdberoep?

Nee, het is niet mijn hoofdberoep. Eerder waar alles mee is begonnen. Ik werk als podiuminterviewer, recensent, ik geef schrijfles aan de Schrijversvakschool. Overigens allemaal zaken waar je óók niet heel veel mee verdient, dus ik vind het best lastig om tijd vrij te maken om te schrijven.

Waar werk je op dit moment aan?

Geen idee! Ik heb onlangs na drie jaar schrijven een roman weggegooid. Had ik veel eerder moeten doen, ik werd na een jaar schrijven al helemaal moe van dat ding, maar ik had het vage idee dat als ik maar blééf proberen, het wel goed zou komen. Ik gebruik om uit te leggen hoe dit voelt weleens de metafoor van een moeras. Alsof ik een paard een moeras in heb geschreven, steeds dieper, en vervolgens verbaasd was dat ik ‘m er niet meer uitgetrokken kreeg. Het was een tragische lijdensweg waarin ik steeds meer begon te lijken op de karikatuur van de getroebleerde artiest. Niet te doen. Om je dood te schamen. Enfin. Ik ben momenteel vooral bezig met uitvinden wat ik dan wél wil schrijven.

Waarom schrijf je?

Het leukst vind ik als je verbeelding met je aan de haal gaat. Als ik iets schrijf en de tekst ineens een wending neemt die ik ook niet aan zag komen. Of als ik iets schrijf en op die manier iets ontdek, een verband tussen dingen leg dat ik eerder niet zag. Waarom ik schrijf weet ik eigenlijk niet. Ik denk dat het ooit begon als manier van relativeren, uiteenzetten. Een dagboek heb ik nooit geschreven, maar wel vaak stukjes die een beetje columnesk de wereld waarin ik me bewoog weergaven. En de klank van taal is ook vaak een aanleiding. Ik kan iets zien en tegelijkertijd ineens een zin horen. Zo’n zin wordt dan vaak de eerste zin van een verhaal.

Wat is de belangrijkste eigenschap voor een schrijver?

De eerste is plezier hebben in het schrijven. Het hele proces. Van je eerste suffe versie tot de tiende, voltooide versie. De tweede is, in zekere mate, ook weer relativering. Je moet, misschien niet gelijk maar er komt echt een punt waarop het onontbeerlijk is, met een zekere afstand naar je eigen tekst kunnen kijken. En soms ook naar jezelf.

Welk(e) boek(en) lees je op dit moment?

Op de foto was ik bezig in Zeewee, van Marie Darrieussecq, vertaald door Miriam de Veth. Een verhaal over een vrouw die met haar dochter uit hun leven probeert te ontsnappen, naar zee gaat. Het boek is in 2015 in Nederland uitgebracht. Ik kocht het pas onlangs omdat het me werd aangeraden door een vriend. Grappig genoeg stond ik laatst in een boekhandel en zag ik geloof ik wel tien hedendaagse romans liggen over ‘ontsnappende vrouwen’. Het is een ding, denk ik.

Voor welke film ben je onlangs naar de bioscoop gegaan?

Ik ga zelden naar de bioscoop. Het zit niet zo in m’n systeem, helaas. Op een of andere manier ben ik ook echt notoir slecht in het uitkiezen van films, ik beland altijd bij een of andere draak. Thuis keek ik onlangs Nobody Knows, een Japanse film over een moeder die haar kinderen achterlaat in hun flat. Ik vind de serie Somebody, somewhere prachtig, over een vrouw die op het platteland van de VS een beetje moeizaam door het leven gaat. Maar ik kijk ook heel graag en vaak actiefilms en sensatieseries. Als een soort ontsnapping aan al die serieuze literatuur, misschien.

Wat is het laatste toneelstuk dat je hebt gezien?

De laatste voorstelling die ik zag was een dansvoorstelling, Faith, van Guy and Roni. Even spectaculair als kitsch. De laatste toneelvoorstelling was Blauwe Lucht, geschreven door Arie Storm voor De Theatertroep. Die blinken uit in slapstick. Soms flauw, soms hilarisch. Ik heb zitten loeien van het lachen bij een scène waarin een personage totaal zelfingenomen voorleest uit het proza dat hij tijdens een schrijfcursus produceerde. Mijn arme cursisten indachtig: het was bijzonder herkenbaar. De zin ‘de vlinder zat aan de buitenkant van het raam’ blijkt, in context, briljant te zijn.

Welke boek had je willen schrijven? En waarom?

O, zo veel! In het oog, van Marijke Schermer, omdat protagonist Nicola me heerlijk lijkt om mee te werken. Dagen als vreemde symptomen van Leonieke Baerwaldt, omdat de vorm me erg aanspreekt; korte fragmenten die heel veel zeggen. Over het zwijgen van Roelof ten Napel, omdat ik het zo knap vind dat iemand zo ongelooflijk beheerst kan schrijven. Alles van Perec. Ik zou wel zo vrij willen kunnen schrijven als Michael Tedja lijkt te doen. Ik kan nog wel tien pagina’s doorgaan.

Wie van je collega’s zou meer gelezen moeten worden?

Ze moeten allemaal meer gelezen worden. Er moet meer gelezen worden.

“Ik ben lid geworden omdat vakbonden gewoon heel belangrijk zijn”

Sinds wanneer ben je lid van de Auteursbond en waarom?

Ik denk sinds 2019 of 2020? In die tijd dacht ik: volgens mij is dit het werk dat ik nog wel even ga doen… Ik ben lid geworden omdat vakbonden gewoon heel belangrijk zijn. Het idee dat je je tot iemand kan wenden als je in conflict raakt met een werkgever of opdrachtgever. Het idee dat je je kunt verenigen, elkaar kunt voeden. Ik heb heel vaak het gevoel dat ik maar wat doe, op bijvoorbeeld het vlak van tarieven, onderhandelingen. Dat de Auteursbond daarover nadenkt, tools aanbiedt, vind ik erg waardevol.

(Redactie: NvdH / Auteursbond).