Hoe schrijf je voor podcasts?

Door Tom Hofland
23 april 2024

Podcasts zijn niet meer weg te denken uit het literaire landschap. Maar hoe werkt schrijven voor podcasts eigenlijk? Waar moet je op letten? Wat maakt een podcast goed? Schrijver en podcastmaker Tom Hofland, onder meer bekend van De Blankenberge Tapes, geeft in deze ‘geschreven masterclass’ zijn visie op podcasts. 

Het wordt al jaren geroepen, maar het wordt steeds meer waar: de podcast is overal. Waar je vijf jaar geleden soms een miljoen luisteraars kon bereiken, simpelweg omdat er niet zoveel concurrentie was, moet je als podcastmaker nu tegen talloze anderen opboksen. Er is een kleine, maar enthousiaste industrie ontstaan, en er wordt nu zelfs door een aantal commerciële partijen geld verdiend aan podcasting.

Dan ook meteen maar met de neus op de feiten: het echte geld wordt binnengehaald met de zogenaamde chat casts: bekende(re) Nederlander kletst met andere bekende(re) Nederlander. Zo’n regelmatig terugkerende podcast is goedkoop om te maken, en ben je eenmaal gehecht aan- bijvoorbeeld – de kijk van Maarten van Rossem op het actuele nieuws, dan blijf je als luisteraar terugkeren. Ideaal dus voor investeerders en reclamemakers.

Nu wil ik de chat cast zeker niet tot minderwaardig bestempelen. Ze zijn vermakelijk, vaak grappig, soms zelfs informatief en leerzaam. Maar voor schrijvers valt er weinig te halen: het is tenslotte de kunst van het slap ouwehoeren die de chat cast tot een succes maakt. Daarom wil ik me voor deze nieuwsbrief vooral richten op die ándere categorie: geschreven podcasts.

Tom Hofland en collega Pascal van Hulst aan het werk.

Hoe schrijf je voor podcasts?

Mijn ego zou Harry Mulischesque proporties moeten aannemen om te claimen dat ik die waarheid in pacht heb. Daar ben ik helaas nog niet. Maar wat ik wel kan doen is een paar voorbeelden geven uit mijn eigen praktijk. Ik maak, samen met Pascal van Hulst, vanuit ons collectief Babylon Audio Collective, sinds 2016 audioproducties. Ik zeg audioproducties en geen podcasts, omdat je ook kunt denken aan audiotours voor musea, of audio voor in het theater. Voor dit stuk zal ik de focus leggen op onze fictie- en documentaireseries.

Fictie: schrijf niet alles uit

De serie die ons werk bekend maakte bij het grote publiek was De Blankenberge Tapes (VPRO). Een misdaadserie in 3 delen over een tinderdate, een vermissing en een enigmatische moordenaar. De serie werd met name zo’n succes omdat meer dan de helft van de luisteraars dacht dat ze naar een documentaire luisterden. Ze dachten dat de moorden echt gepleegd waren en waren soms, paradoxaal genoeg, teleurgesteld toen dat niet zo bleek te zijn. De monologen klonken voor veel mensen namelijk levensecht. Veel echter dan de hoorspelen die ze gewend waren te horen, waarbij je toch – hoe goed ze ook gemaakt zijn – niet kunt loskomen van het idee dat je naar een fictieve serie aan het luisteren bent. Vaak kregen we de vraag hoe we het zo levensecht geschreven hadden. Het korte antwoordt luidt: niet.

Voor we de Tapes maakten, hadden we al kunnen experimenteren met de korte serie Babylon. We hadden toen nog nul radio-ervaring, maar werden binnen een traject bij de VPRO één zomer lang opgeleid tot podcastmakers. Daar kregen we les van gerenommeerde en inspirerende makers als Jair Stein en Katinka Baehr, die ons in korte tijd alles leerden wat we moesten weten.

Omdat de audio het enige is waar we ons op kunnen focussen, wordt de tekst, en vooral hoe die uitgesproken wordt, extreem belangrijk.

We kregen vervolgens een klein budget van de VPRO om onze eerste fictieserie, Babylon, te realiseren. Maar we liepen al snel tegen een probleem aan: we hadden geen geld om acteurs te betalen. Tegelijkertijd wisten we ook dat als we zelf zouden gaan acteren het tenenkrommend slecht zou worden. Dus vielen we terug op een techniek die we van onze mentoren hadden geleerd: het interview.
We besloten het hele verhaal dat we hadden geschreven terug te brengen tot een A4’tje vol met kernwoorden. Vervolgens gingen we elkaar, alsof het echt gebeurd was, interviewen over de gebeurtenissen. De belangrijkste plotpunten lagen vast, maar verder mochten we werkelijk alles invullen. Het resultaat was (naast uren aan materiaal) een totaal natuurlijke manier van spreken, compleet met ‘uh’s en ‘ah’s’, die de luisteraar het gevoel geven naar een documentaire te luisteren.

Deze basale techniek: het schrijven van een scenario, dat terugbrengen tot een aantal kernwoorden om de acteurs vervolgens daaromheen te laten improviseren, hebben we inmiddels toegepast op meerdere series. Bijvoorbeeld De Blankenberge Tapes en Phasmophobia (VPRO/VRT), die allebei als documentaires klinken. Maar ook bij de jeugdserie Rocco, Sophia en de Zwarte Dood (VPRO) – die zich in real-time afspeelt – hebben we de techniek toegepast. Ik vind het resultaat altijd veel overtuigender dan wanneer er een scenario wordt uitgesproken door de acteurs. Je hoort dan vrijwel altijd, hoe goed de acteur ook is, dat je naar een script luistert. Hoe dit komt? Ik weet het niet precies. Maar ik vermoed dat het te maken heeft met het gebrek aan beeld. Omdat de audio het enige is waar we ons op kunnen focussen wordt de tekst, en vooral hoe die uitgesproken wordt, extreem belangrijk. Wie onder die omstandigheden voor realisme wil gaan, krijgt het met een script nog knap lastig. Dat evenaart immers nooit exact de natuurlijke spreekstijl van de acteur. En daarom is mijn tip voor het schrijven van fictie: schrijf niet alles op. Beperk je tot de plot, en laat de acteurs de zinnen maken. Of als je dat te radicaal vindt: geef de acteurs de ruimte om in ieder geval hun eigen zinnen te formuleren.

Tom Hofland en collega Pascal van Hulst aan het werk.

Documentaire

Documentaires komen in talloze vormen en maten, en daarom is het schrijfproces ook altijd anders. Neem bijvoorbeeld Atlas (NTR) en Obscure Figuren (NTR), twee series waar ik onlangs aan werkte. Het eerste is een wetenschapsprogramma met reportages en studiogesprekken, het tweede een vormvaste geschiedenisserie die puur bestaat uit voice over. De series klinken allebei totaal anders, maar toch is het schrijfproces heel vergelijkbaar.
Voor beide series schreven we eerst volledige, gedetailleerde scripts. Vervolgens lieten we in de opnames bij beide series weer ruimte voor improvisatie.

Dus stel: wanneer Atlas-presentatrice Petra Grijzen en ik met elkaar in gesprek gingen in de studio, was dat volledig gescript. Zo wisten we exact wanneer we een bruggetje moesten maken naar een fragment, en liepen we niet vast in oeverloos geklets. Het gevaar hierbij is natuurlijk dat het gesprek gekunsteld gaat klinken. Daar komt de improvisatie weer om de hoek kijken: juist door de zinnen nét anders uit te spreken dan hoe ze op papier staan klinkt het natuurlijker. En elkaar soms een onverwachtse vraag stellen om een oprechte reactie uit te lokken werkt ook goed.

Podcastschrijven is een proces dat pas eindigt als de montage op slot zit.

Obscure Figuren daarentegen was een serie waarbij juist de tekst het allerbelangrijkste was. Niet alleen moesten de feiten kloppen, maar ook de scenes moesten secuur en beeldend, op proza-achtige wijze, verteld worden. Toch werd er ook daar geïmproviseerd. Je hoort namelijk pas tijdens de opname – en soms pas tijdens de edit – hoe de zinnen lopen en of beelden daadwerkelijk goed overkomen. Schrijven is dus, ook bij zo’n vormvaste serie, een proces dat pas eindigt als de montage op slot zit.

En dat is eigenlijk meteen de conclusie van mijn korte relaas. Wanneer je gaat schrijven voor audio schrijf je per definitie een halfproduct, net als bij film en theater. Het grote verschil is alleen dat de tekst in een podcast de allerbelangrijkste factor is. Er is geen beeld om af te leiden, geen mimiek om een slechte tekst goed te maken. Ik kan het dan ook van harte aanbevelen om, wanneer je de podcast alleen schrijft en niet zelf maakt, toch bij de opnames te gaan zitten, en je ook met de edit te bemoeien. En als de podcast dan eindelijk online staat, kun je met een gerust hart je pen neerleggen.

Luistertips voor goed geschreven podcasts

  • Homecoming (Prachtig opgenomen fictie serie met sterk sounddesign, vooral het eerste seizoen is de moeite waard)
  • You’re dead to me (Humoristische geschiedenispodcast waar je veel van leert).
  • Wilde Eeuwen (Geschiedenis zonder humor, maar wel intrigerende verhalen)
  • Ghost Story (Verfrissende documentaire zoektocht naar een familiegeheim. Wel wat langdradig)
  • Hier hing een schilderij (Spannende docuserie over roofkunst. Weet ook de leek mee te trekken)
Foto: Iduna Paalman

Tom Hofland (1990) is schrijver en podcastmaker
Na het verschijnen van zijn debuutroman Lyssa (2017, Uitgeverij Querido), een modern historisch drama over liefde en hondsdolheid, werd hij door de Volkskrant uitgeroepen tot hét literaire talent. Zijn derde roman, De Menseneter (2022) werd bekroond met de BNG Bank literatuurprijs. Zijn tweede roman Vele vreemde vormen (2019) werd eerder al genomineerd voor deze prijs. Columns, artikelen en korte verhalen van zijn hand verschenen o.a in De Volkskrant.

Naast romans schrijft Hofland toneel en is hij radio- en podcastmaker. Zo maakte hij onder andere samen met Pascal van Hulst de populaire podcast De Blankenberge Tapes (VPRO), genomineerd voor de Prix Europa. Je kunt hem ook kennen van de NTR Wetenschapspodcast Atlas en de Podimo podcast Er is iets vreemds gebeurd.