Mogelijkheden collectieve afspraken over tarieven

Welke secties kunnen gebruikmaken van mogelijkheden om collectieve afspraken te maken over tarieven of via de Mededingingswet (uitzondering kartelverbod)?

Ondernemingen mogen geen collectieve afspraken over tarieven maken, zo staat in de Mededingingswet. Maar voor zelfstandigen die niet kwalificeren als een onderneming in de zin van de Mededingingswet wordt een uitzondering gemaakt: zij mogen voor hun werkzaamheden samenwerken en onderling of samen met (organisaties van) werknemers en opdrachtgevers tariefafspraken maken.

Zelfstandigen kunnen collectieve afspraken met elkaar maken of met werkgevers(organisaties) in het kader van een Collectieve Arbeidsovereenkomst. Een CAO moet door de Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid algemeen verbindend worden verklaard. Zelfstandigen mogen zich ook aansluiten bij brancheorganisaties (of deze zelf oprichten) die voor hen adviestarieven geven of tarieven bindend voorschrijven als dat op grond van hun interne reglementen mogelijk is.

De ACM gebruikt als praktische vuistregel dat wanneer een zzp’er feitelijk zij-aan-zij werkt met één of meer werknemers en in de dagelijkse gang van zaken niet te onderscheiden is van die werknemers, de zzp’er voor die activiteiten niet is aan te merken als een onderneming in de zin van de Mededingingswet. Om te bepalen of zelfstandigen zij-aan-zij werken, gelden een aantal criteria:

– De zzp’er bepaalt in de praktijk niet zelfstandig zijn marktgedrag, maar dat wordt in de praktijk gedicteerd door zijn opdrachtgevers. Dat geldt des te sterker als de zzp’er maar één opdrachtgever heeft.

– Hij/zij levert feitelijk onder gezag van de opdrachtgever specifieke prestaties tegen beloning. Ondergeschiktheid – de juridische of feitelijke verplichting instructies op te volgen zoals ook werknemers dat moeten doen – is een belangrijk kenmerk voor een zelfstandige die zich in een situatie bevindt die vergelijkbaar is met die van een werknemer.

– Hij/zij handelt op instructie van de opdrachtgever wat betreft zijn tijdschema, de plaats en de wijze van uitvoering van de aan hem toevertrouwde taken. Je kunt hem in dit opzicht vergelijken met een werknemer die bij de opdrachtgever in de praktijk hetzelfde werk doet.

– Hij/zij deelt niet in de financiële en commerciële risico’s (bedoeld wordt ook: de winst) van de opdrachtgever. Ook dat komt overeen met werknemers, die recht hebben op loon voor de arbeid die zij verrichten, ongeacht de prestaties van hun werkgever in de markt.

– Hij/zij is voor de duur van de arbeidsverhouding opgenomen in de onderneming en maakt daar voor de buitenwereld deel van uit.

Zie: https://www.acm.nl/nl/publicaties/leidraad-tariefafspraken-zzpers

Secties Ondertitelaars en Freelance Journalisten

Voor de secties Ondertitelaars en Freelance Journalisten biedt de uitzondering op de Mededingingswet een aanknopingspunt om tot collectieve afspraken over hogere tarieven te komen. In de CAO voor Architectenbureaus is afgesproken dat een zelfstandige architect minstens 150 procent krijgt van het bedrag dat een architect in loondienst ontvangt. De secties geven aan dit geen passende norm te vinden, omdat er dan nog steeds sprake is van een te lage vergoeding. 

Sectie Educatieve Auteurs

Leden van de sectie Educatieve Auteurs werken als het om auteurswerk voor educatieve uitgeverijen gaat meestal niet zij-aan-zij met werknemers in loondienst. Het komt echter steeds vaker voor dat de leden van de sectie een gemengde praktijk hebben. Ze doen ook werk als eindredacteur/vakredacteur en werken dan wel zij-aan-zij-met werknemers in loondienst. De uitzondering in de Mededingingswet biedt hen mogelijk ook een aanknopingspunt voor collectieve afspraken over tarieven.

Voor de overige secties biedt de nieuwe Leidraad onvoldoende aanknopingspunten om ruimte te bieden aan een nieuw collectief onderhandelingsperspectief.