De werkplek van…Daan Doesborgh
Wie zijn onze leden? Waar werken ze aan? En vooral: wáár werken ze? Op welke plek ontstaan al die prachtige boeken, toneelstukken en filmscenario’s? In De Werkplek kijken we binnen bij schrijvers en nemen we plaats aan het bureau. Een nieuwe rubriek over routine, rituelen en het waarom van schrijven.
Daan Doesborgh (1988) is schrijver, vertaler, podcastmaker en presentator. Hij publiceerde twee dichtbundels en maakt, in samenwerking met de SLAA, de maandelijkse Poëziepodcast. In 2020 publiceerde hij Kraai: Van het leven en de liederen van de Kraai, de eerste Nederlandse vertaling van de beroemde bundel van Ted Hughes.
“Een schedel, een doosje met nagels van mijn overleden kat, een houtsnede uit de 15e eeuw. Ik hou van spullen met een verhaal.”
Waar is je werkplek en waar kijk je op uit?
Ik heb een secretaire in mijn woonkamer staan. Ik woon klein dus alle besparing is winst.
Ik zit met mijn gezicht naar de muur want op straat is teveel afleiding. Maar om het niet te saai te maken, heb ik bovenop mijn bureau wat dierbare objecten neergezet: een schedel die ik van mijn oom heb gekregen, een klein doosje met wat nagels van mijn onlangs overleden kat, een houtsnede uit de vijftiende eeuw, dat soort dingen. Ik hou van spullen met een verhaal.
Wat maakt dit een fijne werkplek?
Mijn secretaire heb ik gekocht van collega-dichter Martijn den Ouden, het voelt goed om aan hetzelfde meubel te werken waar hij ook aan gewerkt heeft. Het is sowieso een secretaire die literatuur aantrekt: toen ik me voor de deur af stond te vragen hoe ik het ding in godsnaam naar boven zou krijgen, fietste toevallig net Maurits Chabot langs, die heeft even geholpen met tillen.
Wat mag op jouw werkplek niet ontbreken?
Heel saai, maar zolang ik mijn laptop heb en het stil is, kan ik bijna overal werken. Elke maandag werk ik in de OBA met de andere leden van de Schrijfwerkplaats, dat zijn vaak mijn meest productieve dagen, maar thuis is wel wat comfortabeler want daar ben ik al als ik wakker word.
Kun je iets vertellen over de voorwerpen die op de foto’s te zien zijn?
Er staat zoals gezegd van alles op mijn bureau, bijvoorbeeld een uitvergroting van een Egyptisch amulet dat Harry Mulisch om zijn hals had hangen. Er staat ‘schrijver’ in hiëroglyfen, wat natuurlijk precies het soort topzware betekeniszwangere object is dat je bij Mulisch verwacht. Als student Boekwetenschap werkte ik mee aan de inventarisatie van zijn boekencollectie en als dank kregen we naderhand allemaal zo’n afgietsel.
Er staat ook een drukplaat uit de fabriek van mijn grootvader. Met dit soort platen werden reclamebeelden afgedrukt, in dit geval van een stel tandwielen.
Dezelfde oom van wie ik de schedel kreeg kwam op een dag aanzetten met een stuk of vier vuilniszakken vol met dit soort drukplaten. Er zat er ook een bij met een aanbevelingsbrief van Adriaan Roland Holst erop, in een kartonnen omslag waar ze de originele brief op hadden geplakt. Die ligt nu veilig in een zuurvrije doos.
De opgezette buizerd kocht ik een slordige twintig jaar geleden op een Limburgse vlooienmarkt. Ik heb van kinds af aan al een fascinatie voor opgezette dieren, dat zal met het Missiemuseum in mijn geboorteplaats Steyl te maken hebben, of met de opgezette beer bij mijn ouders in de woonkamer.
Hoe ziet je schrijfroutine eruit?
Dat ligt eraan welke deadlines ik heb. Op maandag bij de Schrijfwerkplaats schrijf ik in principe alleen vrij werk, poëzie, proza of vertalingen die ik puur voor mezelf maak. De rest van de week werk ik om de rekeningen te betalen, tussen afspraken door. Alles gaat op de computer behalve als ik onderweg ben, dan heb ik een opschrijfboekje.
“Zolang ik mijn laptop heb en het stil is, kan ik bijna overal werken”
Is schrijven je hoofdberoep? Heb je nog andere bronnen van inkomsten?
Ik zou zeggen dat schrijver zijn mijn hoofdberoep is, maar mijn geld verdien ik met optreden. Als dichter, als presentator, soms als DJ. Verder maak ik podcasts, dus ik zit ook veel te monteren. Maar ook dan gaat het meestal over literatuur, in de Poëziepodcast bijvoorbeeld.
Waar werk je op dit moment aan?
Ook nu zit ik veel te monteren want ik heb net een nieuwe podcast gelanceerd, Een ander Amsterdam, over bijzondere plekken in de stad. Plekken die lijken op de objecten op mijn bureau, eigenlijk. Aflevering 1 is verschenen op 10 november en elke twee weken is er een nieuwe. Ik heb nu nog 13 dagen voor de montage van aflevering 2.
“Als schrijvende zzp’er ben je een tamelijk kwetsbare ondernemer”
Op welk werk ben je het meest trots?
Ik denk mijn vertaling van Ted Hughes’ bundel Kraai, die in 2020 uitkwam bij de Bezige Bij. Het is een bundel die me al sinds mijn middelbareschooltijd vormt in hoe ik naar poëzie kijk, en hij was nog nooit naar het Nederlands vertaald, terwijl Hughes hem al in 1970 publiceerde. Het is een prachtige tweetalige uitgave geworden en ik ben blij dat er nu een vertaling is, en vereerd dat ik degene mocht zijn die hem maakte.
Wie van je collega’s zou meer gelezen moeten worden?
De gedichten van Jacques Presser verdienen een heruitgave. De laatste druk is uit 1969 maar het zijn zulke aangrijpende gedichten, over zijn vrouw die door de nazi’s vermoord werd in 1943. Alle gedichten hebben een datum dus je kan precies zijn rouwproces volgen, en zien dat hij op sommige dagen wel drie gedichten schreef over hoezeer hij haar mist.
Sinds wanneer ben je lid van de Auteursbond en waarom?
Ik ben dit jaar pas lid geworden van de Auteursbond, nadat een ander lid op me had ingepraat bij een borrel. Kort daarna kreeg ik een conflict met een opdrachtgever, waar ik de Auteursbond uiteindelijk gelukkig niet bij nodig had, maar toen zag ik wel de noodzaak van een bond waar je op terug kan vallen als er een probleem ontstaat. Als schrijvende zzp’er ben je een tamelijk kwetsbare ondernemer, dan kun je alle hulp gebruiken die je krijgen kan.