Citaatrecht en overnemen: een verdieping

Wanneer is overnemen toegestaan?
Wie andermans werk, zoals tekst, afbeeldingen, audio-opnamen of videobeelden wil overnemen, heeft daar in de meeste gevallen toestemming voor nodig van degene die dat werk gemaakt heeft. Vaak zijn zulke werken creatief genoeg om auteursrechtelijk beschermd te zijn, en maakt degene die zo’n werk zonder toestemming van de auteursrechthebbende gebruikt, inbreuk op dat auteursrecht.

In de Auteurswet is echter een aantal uitzonderingen opgenomen op basis waarvan het overnemen van andermans werk zonder de toestemming van de maker daarvan niet inbreukmakend hoeft te zijn, zoals wanneer het gebruik plaatsvindt om te citeren.

Misschien wil je voor een project foto’s van een ander gebruiken, een stukje uit een nieuwsartikel van een ander overnemen in dat van jou, een kort videofragmentje knippen en plakken voor een pakkende movie reference of een stukje songtekst gebruiken voor een zingend personage, en vraag je je af of dat zomaar is toegestaan. Of misschien zie je dat een ander (delen van) een of meer van jouw creaties heeft overgenomen, en wil je weten of dat wel mag.

Let wel: er is alleen sprake van een inbreuk voor zover hetgeen dat wordt overgenomen zélf auteursrechtelijk beschermd is. Auteursrechtelijke bescherming wordt alleen toegekend aan creaties waaruit creatieve keuzes kunnen worden afgeleid, al ligt de lat daarvoor vrij laag. Droge informatie is niet auteursrechtelijk beschermd (databanken hebben dan weer wel hun eigen bescherming), maar droge informatie kan al weer vrij snel op een eigen, creatieve manier worden gebruikt of origineel worden verwoord. Parafraseren vormt auteursrechtelijk gezien minder snel een probleem, zeker als je je meer op de strekking richt.

Uitzonderingen zijn de uitzondering
Hoewel er dus ruimte is voor gebruik zonder toestemming van de maker, blijft het uitgangspunt dat die toestemming voor het gebruik van andermans werk vereist is. Daarop mogen alleen uitzonderingen worden gemaakt in bijzondere gevallen, namelijk als de maker van het oorspronkelijke werk er nog evengoed geld aan kan blijven verdienen en die maker ook niet op een andere manier te veel benadeeld wordt (bijvoorbeeld door reputatieschade). Met deze voorwaarden is goed rekening gehouden bij het opnemen van uitzonderingen in de Auteurswet, maar ook bij de toepassing en uitleg van die uitzonderingen moeten genoemde voorwaarden in het achterhoofd worden gehouden.

Persoonlijkheidsrechten
Als maker van een auteursrechtelijk beschermde creatie heb je, naast je auteursrecht, ook nog een aantal zogenaamde persoonlijkheidsrechten. Kort gezegd zijn dat het recht op naamsvermelding, het recht je te verzetten tegen wijzigingen van je werk, tegen het vermelden van een andere naam, en tegen verminking of misvorming van je werk.   
Deze persoonlijkheidsrechten spelen vaak ook een rol bij de vraag of een ander op een geoorloofde manier (delen van) jouw werk heeft overgenomen op basis van een uitzondering, waardoor die jouw toestemming daarvoor niet nodig had; vandaar dat we er nu alvast stil bij hebben gestaan.

Citaatrecht
Een belangrijke uitzondering op grond waarvan een ander geen toestemming nodig heeft om jouw werk te gebruiken (of omgekeerd), is het citaatrecht. Citeren in auteursrechtelijke zin gaat verder dan het quoten van tekst of een uitspraak (waar in het dagelijks leven meestal op wordt gedoeld); er kan ook sprake zijn van citeren door afbeeldingen, video- en audiofragmenten over te nemen (beeld- en klankcitaten). Het citeren is dus niet aan een bepaalde vorm gebonden, en als we het hieronder hebben over citeren kan het dus ook om een beeld- of klankcitaat gaan.

Wanneer is citeren toegestaan?

Citeren is toegestaan als het een ‘serieus’ doel dient. In de Auteurswet zijn enkele voorbeelden opgenomen; zo is het toegestaan om te citeren in “een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling”. Overigens moet het geciteerde werk dan al wel rechtmatig, dus met toestemming van de maker(s) of rechthebbende, gepubliceerd zijn. Uit een nog niet eerder rechtmatig openbaar gemaakt werk mag niet geciteerd worden.

Hoeveel mag worden geciteerd?
Het doel van het citeren bepaalt ook wat en hoeveel er mag worden geciteerd. Het citaat en de manier waarop wordt geciteerd, moeten verband houden met dit doel, en niet onnodig verder gaan dan dat. In het ene geval zal er dus meer overgenomen mogen worden dan in het andere; in sommige gevallen zal ook (bijna) het hele werk mogen worden overgenomen. Als het een afbeelding betreft, zal dit bijvoorbeeld al snel het geval zijn, want een afbeelding leent zich er minder snel toe om maar gedeeltelijk te worden aangehaald, en bovendien kan het overnemen van maar een deel een inbreuk op de eerder genoemde persoonlijkheidsrechten vormen. Maar ook als het geciteerde werk erg kort is, zoals een kort video- of geluidsfragment, of een kort stukje tekst, kan het geoorloofd zijn om het hele stuk over te nemen, omdat het geheel relevant genoeg is.

Ondergeschiktheid
Het uitgangspunt dat bij het citeren geldt, is dat het citaat, in welke vorm er ook wordt geciteerd, ‘ondergeschikt’ moet blijven aan het werk waarin het als citaat wordt opgenomen. Op het moment waarop het citerende werk meer een excuus is om de geciteerde (delen van) werken over te nemen, gaat degene die overneemt dus duidelijk te ver.

Dat betekent dan weer niet dat het geciteerde werk expliciet moet worden ‘besproken’ in het citerende werk; het geciteerde werk mag ook worden gebruikt om een indruk te schetsen of om als voorbeeld te dienen. Daarbij kun je kijken in hoeverre het citaat één geheel vormt met het citerende werk; als het verband onduidelijk is, zal het citeren niet (of minder snel) geoorloofd zijn. Ook als een citaat overwegend wordt gebruikt om de boel op te leuken, zal er sprake zijn van een ontoelaatbare vorm van citeren. Wie zijn stukje aantrekkelijker probeert te maken door er wat afbeeldingen in te zetten, zal dus de toestemming van de maker daarvan nodig hebben als het gebruik daarnaast geen duidelijk doel dient, of als het verder gaat dan het enkel dienen van dit doel.

Geen afbreuk aan exploitatiemogelijkheden
Het citeren van een werk mag er niet toe leiden dat de maker van dat werk financieel benadeeld wordt. Wie in een recensie van een tentoonstelling alle geëxposeerde werken behandelt en in beeld overneemt, kan ervoor zorgen dat de lezers thuisblijven omdat ze alles al gezien hebben in de recensie. Ook het citeren van essentiële passages uit een artikel dat zich achter een paywall bevindt, kan te ver gaan. Citeren om een indruk te schetsen mag, maar als de maker het in zijn portemonnee kan gaan voelen, gaat citeren te ver.

Bronvermelding en persoonlijkheidsrechten
Bij een citaat moeten, voor zover mogelijk, de bron en de naam van de maker worden vermeld. Bij digitale publicaties volstaat daarvoor in principe ook een linkje naar de bron. Het herleiden van de naam van de maker is niet altijd mogelijk, of, gelet op de omstandigheden, te tijdrovend om te hoeven plaatsvinden, maar het zal van de situatie afhangen hoeveel moeite in redelijkheid mag worden verwacht van degene die citeert. Uitgangspunt is dat bij citeren het vermelden van de naam van de maker niet verplicht is als die ook niet uit de oorspronkelijke bron kan worden afgeleid.

In het geval van tekst, foto’s of afbeeldingen kan het de moeite lonen om even te kijken of de oorspronkelijke maker via een zoekmachine(functie) terug te vinden is. Zoekmachines als Google (bij afbeeldingen) en Bing hebben een speciaal knopje naast de zoekbalk waarmee het mogelijk is om door middel van het plaatsen van een link of het uploaden van een afbeelding, te zoeken op die afbeelding. Zoekmachines als TinEye zijn hier zelfs volledig op gericht. De zoekresultaten geven dan weer waar deze afbeelding (al dan niet in varianten daarvan) nog meer op het internet kan worden gevonden; misschien vermeldt een van die bronnen de naam van de maker.

Verder moeten de eerder genoemde (andere) persoonlijkheidsrechten in acht worden genomen; het is dus niet zomaar toegestaan om wijzigingen aan te brengen aan hetgeen geciteerd wordt, of aan de benaming daarvan. Het vertalen is een wijziging die expliciet is toegestaan, maar dit moet wel zorgvuldig geschieden. Wie onjuist of (selectief) onvolledig citeert, loopt het risico om het geciteerde dusdanig uit zijn verband te trekken dat er sprake is van misvorming of verminking die schade toe kan brengen aan de reputatie van de oorspronkelijke maker, wat dus ook niet is toegestaan.

Overname van pers door pers
In de Auteurswet is een specifieke uitzondering opgenomen voor nieuwsmedia die over bepaalde onderwerpen rapporteren; zulke nieuwsmedia mogen onder omstandigheden uit gelijksoortige media auteursrechtelijk beschermde stukken overnemen.

Let wel: het auteursrecht moet dan niet uitdrukkelijk zijn voorbehouden, en de meeste media doen dat wel door ergens in een uitgave of op een website “auteursrechten voorbehouden” te plaatsen, of iets in woorden van gelijke strekking. Het plaatsen van een ©-tekentje is waarschijnlijk niet duidelijk genoeg om als voorbehoud te dienen, omdat je daarmee alleen benadrukt dat ergens auteursrecht op rust, en eerder impliceert bereid te zijn het te willen handhaven dan dat je het voorbehoudt.

Welk soort media
De Auteurswet staat deze vorm van overnemen toe voor een “dag-, nieuws- of weekblad, tijdschrift, radio- of televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult”, voor zover het overnemen ook uit een van die media geschiedt. Wil een ander medium iets overnemen, of wil iemand wat overnemen uit een andere bron, dan kan men terugvallen op het algemene citaatrecht dat hierboven werd behandeld.

Waar nog gesproken kan worden van een “ander medium dat eenzelfde functie vervult”, is niet altijd even duidelijk, maar de vuistregel is dat het moet gaan om een medium dat regelmatig updates geeft over (bepaalde) actualiteiten. Het kan in dat geval ook gaan om media die zich op specifieke onderwerpen richten, zoals vakbladen. Nieuwswebsites vallen er ook onder.

Welke onderwerpen
De uitzondering voor overnemen van pers door pers is alleen van toepassing op berichten of artikelen over “actuele economische, politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke onderwerpen alsmede van werken van dezelfde aard”. Onderwerpen als sport, achterklap en meer culturele onderwerpen vallen hier dus niet onder (maar ook hier kan misschien worden teruggevallen op het algemene citaatrecht).

Bronvermelding en persoonlijkheidsrechten
Ook media die uit andere media quoten, dienen de bron te vermelden en de persoonlijkheidsrechten in acht te nemen.

Parodie (en karikatuur)
In sommige gevallen kan het werk van een ander worden gebruikt om met iemand de draak te steken of ergens de spot mee te drijven, bijvoorbeeld door de voordracht van een politicus te verwerken in een toneelopvoering of een komische (of in ieder geval zo bedoelde) variant te maken op een illustratie of een stuk tekst. Misschien krijg je te maken met iemand die jouw werk gebruikt voor een parodie, of wil je zelf andermans werk parodiëren. Op grond van de Auteurswet kan zulk overnemen, binnen bepaalde grenzen, zijn toegestaan.

Eisen parodie
Om iets over te mogen nemen in een parodie, moet het om te beginnen duidelijk zijn dat het om een parodie gaat. De parodie moet daarom duidelijke verschillen bevatten met het origineel, en een humor- of spotelement bevatten. Het is daarbij niet nodig dat iedereen er ook daadwerkelijk om kan lachen, zo lang maar duidelijk is dat humor of spot het doel was van degene die de parodie maakt. Bij het maken van een parodie is niet nodig dat de spot of humor gericht is op het oorspronkelijke werk dat wordt overgenomen of de maker ervan; het oorspronkelijke werk kan ook als middel worden gebruikt om met iets of iemand anders de draak te steken.

Grenzen van het toelaatbare
Op basis van de Auteurswet is het gebruik van een werk voor een parodie alleen toegestaan voor zover dit gebruik “in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is”. Aangezien de meningen over wat geoorloofd is nogal kunnen verschillen, zal niet altijd klip en klaar zijn of een parodie auteursrechtelijk door de beugel kan. Wel is er een aantal richtlijnen aan te wijzen.

Zo wordt (puur) commercieel gebruik van een parodie, bijvoorbeeld in reclame-uitingen, veel minder snel toegestaan. Zoals eerder aangegeven, mogen uitzonderingen op het moeten vragen van toestemming er immers niet toe leiden dat de maker van het oorspronkelijke werk financieel benadeeld wordt. Ook mag de maker niet benadeeld worden door reputatieschade, wat je ook terugziet in de eis dat de parodie duidelijke verschillen moet bevatten met het origineel, zodat de parodie niet als serieuze uiting van de maker zelf kan worden gezien.

Wel kan een parodie, zo lang wordt aangenomen dat deze geen schade toebrengt aan de financiële belangen en reputatie van de maker van het origineel, vrij ver gaan. Zo is in het verleden geoordeeld dat Nijntje-parodieën waarin wat grovere humor centraal stond, gerelateerd aan drugsgebruik (“Nijntje staat strak”) en terrorisme (“nijn-eleven”), waren toegestaan. Als een parodie wordt gebruikt voor een discriminerende boodschap, zal echter weer sneller kunnen worden aangenomen dat deze verder gaat dan op basis van de Auteurswet is toegestaan.
 
Bronvermelding en persoonlijkheidsrechten
Anders dan bij de eerder genoemde uitzonderingen, is het in het geval van een parodie niet nodig dat de bron of maker van het origineel wordt vermeld. Als wordt aangenomen dat een parodie geoorloofd is, kan de maker van het origineel ook geen beroep doen op de persoonlijkheidsrechten, zoals het recht om op te treden tegen misvorming of verminking.

Overnemen voor onderwijs
Verder mogen delen van werken of korte werken onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt om als toelichting te dienen op onderwijs. Daarbij mag door de overnemende partij geen commercieel doel worden nagestreefd.
Het gaat hierbij ook echt om aanvullend (en niet vervangend) overnemen met een direct educatief doel. Het overnemen van andermans werk voor bijvoorbeeld een schoolkrant, zal niet onder deze uitzondering vallen.

Voorwaarden
Hoewel deze uitzondering ruimte biedt om meer over te nemen dan op basis van het citaatrecht zou mogen, mag ook voor het overnemen voor het onderwijs niet meer worden overgenomen dan “redelijkerwijs geoorloofd” is.
Daar staat tegenover dat de maker van het overgenomen werk een “billijke vergoeding” moet ontvangen voor het overnemen. Voor het vaststellen van de hoogte van zo’n vergoeding kan aansluiting worden gezocht bij wat er gebruikelijk wordt betaald voor bijdragen van gelijke omvang. Tussen verschillende belangenbehartigende partijen worden of zijn hiervoor in de praktijk regelingen getroffen. Voor het overnemen van gedeelten van literair werken in publicaties die zijn gemaakt als toelichting voor het onderwijs bestaat de Regeling Bloemlezingen.

Voor compilatiewerken, zoals readers, gelden specifieke eisen, zoals de eis dat van dezelfde maker alleen een paar korte werken of korte delen van werken mogen worden overgenomen.

Bronvermelding en persoonlijkheidsrechten
Net als bij het citaatrecht en het overnemen van pers door andere pers, dient degene die ten behoeve van het onderwijs overneemt, de bron te vermelden en de persoonlijkheidsrechten in acht te nemen.